In 1819 werden de beroepsbataljons van de 1e - 17e Afdelingen Infanterie verdeeld over de Militie bataljons. Deze heetten nu 1e, 2e en 3e Bataljon. De afdelingen waren nu, behalve in naam, regimenten.
In 1826 werden de 18e, 19e en 20e Afdelingen Infanterie in Oost-Indië gereorganiseerd in acht Mobiele Colonnes.
In 1829 werden de vier Zwitserse regimenten (ieder van twee bataljons) afgedankt.
In een tijd van nationaal bewustzijn en conscriptie werden huurtroepen als niet meer gepast beschouwd.
Om de infanteriesterkte gelijk te houden werden acht nieuwe bataljons opgericht. Deze vormden de
18e Afdeling Infanterie, de Afdeling Grenadiers (om te dienen "onder het oog des koning's"), ieder van drie bataljons en twee bataljons Jagers.
Na het uitbreken van de Belgische opstand in 1830 werden alle Zuid-Nederlandse militairen ontslagen. Als gevolg hiervan werden zeven afdelingen opgeheven of samengevoegd met andere. Vijf afdelingen werden van drie op twee bataljons gebracht.
Na de afscheiding van België werd de 18e Afdeling Infanterie (twee bataljons) verdeeld. Verdere reorganisatie en hernummering resulteerde in een Afdeling Grenadiers (twee bataljons), 1e - 10e Afdeling Infanterie (elk van drie bataljons) en 1e en 2e Bataljon Jagers.
In 1840 vormden de twee bataljons Jagers de Afdeling Jagers (twee bataljons).