De infanterieregimenten van het Nederlandse leger

De eerste honderd jaar van het Staatse Leger (1572 - 1671)

In het begin van de opstand tegen Spanje werd gevochten door gewapende burgers en voor veldtochten werden door de adel (o.a. Prins Willem van Oranje) troepen aangeworven op eigen kosten. In 1572 begonnen de Staten van de diverse gewesten zelf troepen aan te werven. Dit is het begin van het Staatse Leger van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.

De regimenten werden genoemd naar hun kolonel. Omdat deze namen vaak wisselden zijn ze hier met een nummer (zoals (1579a)) aangeduid.

Vanaf het begin waren er niet alleen veel buitenlandse soldaten (veelal Duiters) aanwezig in de Nederlandse regimenten, er werden ook buitenlandse eenheden toegevoegd. In deze period waren dat:
Engelse regimenten
In 1572 werden 10 compagnieën Engelsen aangeworven. Met de Graaf van Leicester kwamen in 1585 nog meer Engelse eenheden naar Nederland. Uiteindelijk ontstonden de regimenten (1593a), (1599c), (1605a) en (1616a).
Schotse regimenten
In 1572 werden 10 compagnieën Schotten aangeworven. Vanaf 1595 ontstonden hieruit de regimenten (1595a), (1603a), (1629a) en (1660a), die samen de Schotse Brigade vormden.
Franse regimenten
De volgende Franse regimenten waren een deel van deze periode in Nederlandse dienst: (1599b), (1602c), (1615a), (1625a), en (1634b).
Waalse regimenten
Kort voor de slag bij Nieuwpoort liep een Waals regiment (1600a) over naar het Staatse Leger. Later was nog korte tijd een regiment Luikenaren (1632h) in dienst.

Hoewel er steeds kleine eenheden Mariniers aan boord van schepen waren, was er ook behoefte aan grote eenheden voor grote schepen en landingsakties.
In onderstaande tabel waren de volgende regimenten gedurende de aangegeven periode Mariniers:
(1665c) van zijn oprichting in 1665 tot 1678,
(1664c) van 1698 tot 1711,
(1666a) van 1698 tot 1745,
(1602a) van 1699 tot 1711.